woensdag 29 april 2009

Is er een dokter in de zaal?


In een vorig verhaal liet ik je al kennismaken met een van de grootste remixers aller tijden: Tom Moulton. Dat ie een grootheid is, bewijst zijn output: meer dan 4000 remixen kwamen er uit zijn handen. Ehh.. remixen? Nee, hij zei altijd “I didn’t do the remix, I did the mix!” Volgens Moulton maakte hij van een op zichzelf redelijk dansbaar liedje een heuse floorfiller. Om nu te voorkomen, dat discotheekbezoekers er na een bezoek aan de platenzaak thuis gedesillusioneerd achter kwamen, dat hun kersverse aankoop toch beduidend minder opzwepend klonk dan tijdens de partynight, waarop ze die vette groove flink door de onderbuik lieten gaan, had hij een ijzeren wet. Tom maakte namelijk niet alleen de 12”- mix maar knipte er meteen ook een singleversie uit, die dan door de platenmaatschappij als commerciële 7” kon worden uitgebracht. Op die manier zaten de herkenbare accenten en hooks uit zijn lange versie ook gewoon in de korte uitvoering, zodat kopers zich niet bekocht voelden als ze zich enthousiast ‘dat lekkere liedje van zaterdagavond’ aanschaften.

Tom maakte van nauwelijks iets iets. Hij koos zijn opdrachten dan ook met beleid. Hem werd ooit ‘Dancing Queen’ van Abba aangeboden. Hij weigerde het nummer te remixen met als commentaar dat ‘die plaat zijn hulp niet nodig had’. Als je het hem nu vraagt, heeft ie spijt als haren op zijn hoofd, dat er nooit een 12” van ‘Dancing Queen’ is gekomen met de beroemde kreet ‘A Tom Moulton Mix’ op het label. Maar gelijk had ie wel: ook in Amerika werd deze ‘dansplaat’ de (enige nummer 1 en de) grootste hit voor het kwartet uit Zweden.

Dat hij zijn werk daarnaast wel erg serieus nam, blijkt uit het volgende verhaal.
Een van Toms favoriete mixen maakte hij van First Choice’s ‘Dr Love’. Maar dat ging bepaald niet van een leien dakje. Zoals bij zoveel platen uit de jaren zeventig het geval is, bleek het ritme van het nummer niet altijd even strak gespeeld; er zat op nogal wat plekken variatie in het tempo. En een van de specialiteiten van Moulton is altijd de break geweest, waarna de melodie weer geraffineerd terugkomt en het nummer een enorme boost geeft. Ook voor de break van ‘Dr Love’ had Tom een aardig ritmepatroon in zijn hoofd. Maar vanwege de niet zo lekker gespeelde drums kreeg hij het maar niet voor elkaar om dat idee perfect uit te voeren en de groove vet te laten klinken. Voortdurend moest hij met de taperecorders versnellen en vertragen, tot ie er bijna krankzinnig van werd.

Op een gegeven moment scheen Tom woedend zijn armen te hebben geheven terwijl hij iets heeft geroepen in de trant van “Godver…kunnen die jongens nou nog eens maat houden of hoe zit dat?” Tegelijkertijd voelde Moulton een enorme elektrische stoot door zijn armen denderen, ging hij onregelmatig ademen en kon hij vervolgens nauwelijks nog fatsoenlijk praten. Hij besloot even te gaan zitten en het wat rustiger aan te doen. De gedachte dat zijn lichaam hem een duidelijk signaal had gegeven en niet bepaald OK voelde, maakte hem bang. Maar toch herpakte hij zich en besloot hij door te gaan met de mix. Stapje voor stapje baande hij zich door de enorme klus van het versnellen en vertragen van de band heen, waarmee hij telkens kleine stukjes van het nummer aanpaste aan zijn wensen. Stapelgek werd hij er van.
Toen de klus geklaard was en Moulton tevreden was over het eindresultaat, vroeg hij nog wel aan zijn collega’s of die even een taxi voor hem konden bellen of ‘m misschien zelf direct naar het ziekenhuis wilden brengen.
Toen Tom vervolgens rond half vijf ’s morgens op de intensive care aankwam en de dienstdoende arts hem vroeg wat er aan de hand was, vertelde de remixer van de stroomstoten in zijn armen en hoe hij zich erna had gevoeld. De dokter onderzocht hem even en zei toen geschrokken dat zijn hart wel erg onregelmatig sloeg. Vervolgens vroeg hij Tom wanneer het gebeurd was en die antwoordde naar waarheid: “Oh ergens rond middernacht.” “Rond middernacht?” vroeg de dokter verbaasd. “Maar het is nu half vijf! Waar woon je dan in hemelsnaam?” “ Eehhh… drie blokken verderop.” “Klootzak die je bent! Wat is er nou in vredesnaam belangrijker dan je eigen leven?” “Nou dokter, ik was met een remix bezig… en natuurlijk wist ik wel dat er iets niet helemaal goed zat, maar ik wilde niet doodgaan zonder deze mix afgemaakt te hebben…” waarop de dokter Moulton voor knettergek verklaarde. Niet bepaald Dr. Love dus...

donderdag 23 april 2009

In mijn discotheek zat ik van de week...


Het woord ‘disco’ is afgeleid van ‘discotheek’: een uitgaansgelegenheid dan wel platenwinkel. Het Oud-Griekse δισκος, dat bij ons discos is, betekent ‘plaat’ en de term τιθεναι, oftewel tithenai, kun je het beste vertalen als ‘(neer)leggen / plaatsen'. De disco is een plek waar vooral muziek wordt gedraaid, waar je gemakkelijk op kunt dansen. De DJ (Disc Jockey) c.q. MC (Master of Ceremonies / Might Controller) waakt over de groove en de LJ (Light Jockey) is de baas over de belichting en waar nodig de special effects. Beiden hebben hun eigen domein; de lichttafel staat volledig los van de DJ-booth, die tegenwoordig wel steeds meer wordt bemand door een DJ / VJ (Video Jockey). Deze laatste maakt een combinatie van grafische beelden en videoclips, die in de zaal wordt geprojecteerd.

De term ‘discotheek’ komt uit Frankrijk en wel van de uitgaansgelegenheid ‘La Discothèque’ aan de Rue de la Huchette in Parijs. Dit etablissement opende in 1941 en had als bijzondere noviteit dat er geen orkest aanwezig was om dansmuziek te spelen. In plaats van livemuziek klonken er ingeblikte klanken; er werden 78-toeren platen gedraaid. Het voordeel was, dat de herkenbaarheid maximaal was, want de nummers van de radio klonken precies hetzelfde als in de zaal, maar bovenal: het was veel goedkoper voor de eigenaar. Deze aanpak won in de daarop volgende jaren veel aan populariteit, maar toch duurde het tot de jaren zeventig voordat het begrip ‘discotheek’ een enorme vlucht nam.

De ‘discomuziek’ stak toen de kop op, met platen als ‘Soul Makossa’ van Manu Dibango; ‘Dance To The Music’ door Sly & The Family Stone en 'Shaft' van Isaac Hayes. Natuurlijk had de evolutie van het Motown-repertoire het pad al geëffend voor deze kruising tussen funk en soul en was de typische discosound slechts een logisch gevolg van de steeds dansbaarder wordende nummers uit de jaren ervoor. De naam van deze muziekstroming ‘disco’ is, zoals in de eerste regel al gemeld, afgeleid van het woord ‘discotheek’ en betekende zoveel als ‘muziek die in de discotheek wordt gespeeld’. Merknaam werd soortnaam dus.

Een kleinere discotheek of een café met een dansgelegenheid er aan vast noemde men overigens vaak een dancing.

Beroemde discotheken? Genoeg! In ons land bijvoorbeeld ‘Cartouche’ in Utrecht, ‘Keizer Karel’ in Nijmegen, ‘Galaxy’ in Den Bosch en dancing ‘Scaramouche’ onder het Hilversume Gooiland. De buitenlandse namen zijn nog legendarischer: ‘Studio One’ in Los Angeles, ‘The Warehouse’ in Chicago, de eerder genoemde ‘La Discothèque’ in Parijs en een hele trits uitspanningen in New York, waar ‘Studio 54’ ongetwijfeld de meest tot de verbeelding sprekende van is. Zie daavoor een tweetal eerdere blogs.

donderdag 16 april 2009

Krabben doe je zo!


In een vorig bericht hebben we het scratchen en turntablism al aangehaald. Maar wat zijn nou de veelgebuikte technieken om ‘even te krabben’?
Welaan: er zijn verschillende mogelijkheden om de draaitafel als instrument te gebruiken.
Hieronder loop ik er een aantal met je door. Uiteraard is de lijst niet volledig…

Scratching (met één plaat en dus ook één geluid)
Het handmatig op en neer bewegen van de plaat waardoor een scratchend – krassend – geluid ontstaat. In principe is dit een ritmisch en dus niet-melodisch geluid, maar de gevorderden slagen er met wat oefening en een goed gehoor in om met de juiste snelheid bij het bewegen de toonhoogte van het scratchen te variëren. Bovendien kunnen samples van instrumenten op platen dusdanig bewerkt worden dat er een heuse melodie gescratched kan worden.
Daarvoor maken sommige DJ’s gebruik van de ‘clocktave’, een plaat met octaven van verschillende instrumenten na elkaar, die ieder telkens precies één ronde van de plaat meegaan. Door die te gebruiken, kunnen melodielijnen nagebootst worden. In het begintijdperk werden dit soort trucks uitgehaald met de zogenaamde 'testtonen' op hifi-stereo-afstelplaten (‘left channel on’, weetjewel) door via de pitch-control de hoogten ervan te variëren. Dat dit vaak erg primitief klonk is duidelijk, maar creatief was her zeker!

Oh ja, er zijn heel wat afgeleide scratchtechnieken: baby scratch, tear scratch, scribble scratch, chirp scratch, hydrophonic scratch, transformer scratch, flare scratch, crab scratch, tweak scratch, euro scratch, etc. Je gaat er van achter je oren krabben…

(Beat)Juggling (met 2 platen tegelijk)
Het creëren van een nieuw ritme door de beats van twee verschillende platen af te wisselen. De crossfader gaat hierbij razendsnel te keer. Je kop erbij houden is wel een voorwaarde…
Oorspronkelijk jugglede de DJ met twee identieke platen om zo het nummer te verlengen of echo-grappen dat wel upbeats toe te voegen.

Routines
Het afwisselen van scratchen, jugglen, test-tonen, body-tricks en alle andere denkbare tucs en gimmicks om het publiek te vermaken. In geval van een battle (wedstrijd) wordt alles uit de kast gehaald om de tegenstander zoveel mogelijk te intimideren van de tegenstander, waarbij ook het ‘dissen’ (je tegenstander verbaal dan wel via de kreten op plaat te bespotten) erg populair is.

Teams / Bands
Een soort van orkest van minimaal twee turntablists, die samen tegelijkertijd een muzikale compositie maken, waarbij elk lid met zijn draaitafel een instrument nabootst dan wel een nieuw instrument creëert.

Was het voorheen nog nodig om alles met behulp van vinyl te doen, tegenwoordig zijn er naast de CD-spelers met vinyl-simulatie veel softwarepakketten te koop, die het afspelen van digitale muziek (of geluidseffecten, interviews of wat je ook maar bedenkt) laten klinken alsof de naald in de groef loopt. De draaitafel als interface dus. Zodoende kunnen DJ’s dingen doen, die met keyboard en muis onmogelijk zijn. Scratch-software als Final Scratch, Mixxx, Serato Scratch Live, Virtual DJ, M-Audio Torq, en Digital Scratch zijn enkele voorbeelden.
Scratching wordt op die manier gewoon een geluidseffect als flanging met alle technische uitbreidingen van dien. The cat scratcht the curls from the stairs ?

donderdag 9 april 2009

Let’s Start To Dance Again


Get up off the wall you all
Pick those feet up and set them down
Don't be shamed, don't be shy
Come on girls, come on guys


In de categorie Disco Dance Classics noteren we eind 1978 (in ons land begin 1979) een vette track van bandleider, drummer, componist en muziekleraar Hamilton Bohannon. Het album ‘Summer Breeze’ (die met die drie dames in badpak op de hoes) is dan net verschenen en naast het lome titelnummer van acht minuten is één van de lekkerste liedjes op die LP het door voormalig Motown-achtergrondzangeres Carolyn Crawford gezongen nummer ‘Let’s Start To Dance’. Bijna zes minuten opzwepende grooves en die dwingende stem, die je bijna de dansvloer opschreeuwt…
De ingekorte versie van deze floorfiller staat na het wereldwijde discotheeksucces dan ook binnen de kortste keren overal in de hitparades.

Als dank voor haar bewezen diensten produceert Hamilton Bohannon daarna twee solo-albums van Carolyn Crawford. Alleen is dat gegeven helaas geen garantie voor succes; beide platen floppen jammerlijk.

Maar drie jaar na het internationale succes van ‘Let’s Start To Dance’ duikt die plaat ineens weer overal op in de hitparades. Wat is er aan de hand? Een Amerikaanse DJ uit Philadelphia, Perri Johnson geheten, verbouwt/remixt het nummer, voegt er een paar zelf ingesproken raps aan toe en zie daar: het wordt een nog veel grotere hit dan het al was. Maar is die Johnson nou een doorsnee discjockey? Een radiojock met discotheekervaring of andersom? Eehh… nou nee, niet bepaald…

It's not a question of getting down but actually how low you could go
So here's to your health now especially (...) Make it funky!


Eind jaren zestig klinkt het in Philadelphia op een plaatselijke radiozender als volgt: “You’re listening to the good Dr. Perri Johnson, Music Therapist”. Jazeker, we hebben hier te maken met een officiële dokter, die gespecialiseerd is in leerstoornissen, ADHD en het hele spectrum van cognitieve (dis)functionaliteit. Hij is bovendien auteur van boeken in dat genre en daarnaast ook nog afgestudeerd muziektherapeut. Deze erg van muziek houdende Dr. Perri Johnson trekt de aandacht van het dan net gestarte station WDAS-FM dat hem in 1970 een plek geeft in de programmering. De experimentele aanpak van de zender genereert veel publiciteit; zo is Johnson de man die het complete album ‘What’s Going On’ van Marvin Gaye opzet in plaats van zich te beperken tot het drie minuten durende titelnummer, dat bij de belendende (en behoudend ingestelde) stations te horen is.

For the soul of man and the heart of woman
The deeper you go, the more you’ll know


Johnson wordt vooral bekend door het uitdragen van zijn zelfbedachte ‘healing feeling’: over een uitgekiende mix van disco en funkmuziek laat hij regelmatig zijn ritmisch gesproken boodschappen klinken. Zijn therapeutische ‘words of wisdom’ zijn een regelrechte stimulans voor mensen met depressies en als hij tijdens een uitzending een eigengemaakte versie van de Bohannon-hit ‘Let’s Start To Dance’ (een van zijn lievelingsnummers) laat horen, is de originele vertolker daarover zo enthousiast, dat ie het direct op plaat wil uitbrengen. Na het dansvloersucces in Philadelphia wordt het nummer ‘Let’s Start II Dance Again’ ook in de discotheken van New York platgedraaid en zo breidt deze Disco Dance Classic zijn hernieuwde populariteit verder uit over de rest van de wereld. Swingende boodschappen dus. Want, om met de woorden van Dr. Perri Johnson te spreken:
The Message is in the Muuuuuuuuuuuusic!!

woensdag 1 april 2009

That scratching is making me itch…


Maar het scratchen was al beroemd voordat het die naam kreeg. Het werd namelijk al jaren gedaan door duizenden radio- en discotheek-DJ’s: het simpelweg cue’en van de komende plaat tijdens de lopende. Iedereen die wel eens een plaat ‘scherp gezet’ heeft, weet waar ik het over heb. Het is het zoeken van het beginpunt van de muziek op het vinyl om bij het passeren daarvan een tegengestelde draaibeweging te maken, zodanig dat dat beginpunt weer aan de goede kant van de naald uitkomt. Namelijk net zover ervan af, als dat de draaitafel nodig heeft om op toeren te komen.

Het schijnt dat het scratchen is uitgevonden door DJ Grand Wizard Theodore, die met de hand de plaat stilhield toen zijn moeder hem iets vroeg dat hij niet kon verstaan vanwege het hoge volume. Geeft wel een leuk effect, dat cue’en! En het bewegen van naalden over het vinyl ‘met de schuif open’ werd meteen ingevoerd in de rapwereld in het begin van de jaren tachtig.
Een van de eerste platen, waarop overduidelijk wordt gescratched, is ‘The Adventures Of Grandmaster Flash On The Wheels Of Steel’ uit 1981 met daarop fragmenten van o.a. Chic, Queen, Blondie en The Sugarhill Gang. Ook uit de Bronx: collega-scratchpionier Jam Master.

Echt bekend werd het platenkrabben pas toen het nummer ‘Rockit’ (meegeschreven door Material-bassist en producer Bill Laswell) van Herbie Hancock uitkwam, met Grandmixer DST achter de wheels of steel (fijne clip ook van Godley & Creme!). Een run op de slipmatten voor de SL1200MKII was het gevolg. Vanaf dat moment werden die dingen ook voor reclamedoeleinden gebruikt met de meest hippe afbeeldingen. Scratchen (en ook samplen) werd vervolgens aardig ingeburgerd vanaf 1987 dankzij de hit "Pump Up The Volume" van het studiogezelschap M/A/R/R/S.

Tegenwoordig is het gebruiken van de platenspeler als instrument redelijk gangbaar (onze Urban Dance Squad had jaren geleden al een DJ in de gelederen als volwaardige muzikant)en het zgn. ‘turntablism’ is één van de belangrijke pijlers van de hiphopcultuur geworden. Scratchen komt nu voor in veel popliedjes van bijvoorbeeld Nelly Furtado en Linkin Park. In de Nederlandse band C-Mon & Kypski bespelen de leden vaak verscheidene instrumenten live, maar de basis is de draaitafel waar de andere instrumenten omheen gearrangeerd worden.
Dat turntablism is een techniek waarbij de DJ, de turntablist, zijn draaitafels als instrument gebruikt door met vinyl te scratchen en andere technieken toe te passen. Hij ondersteunt op die manier bestaande muziek of hij componeert volledig nieuwe ritmische nummers.

De basisuitrusting voor een scratcher/turntablist bestaat uit twee draaitafels en een mixer, die vooral een crossfader en ‘cue’-knoppen heeft. In een volgend bericht loop ik met je de verschillende technieken na, ‘from scratch of’...