woensdag 6 mei 2009

Burn Baby Burn!


Een van de meest legendarische discogroepen is tegelijkertijd ook bijzonder ondergewaardeerd. Veel bezoekers van de film ‘Saturday Night Fever’ (de film die het discotijdperk definitief inrichtte) kennen de jongens vooral van die ene John Travolta-klassieker ‘Disco Inferno’. Maar daarmee doen ze de zangers uit Philadelphia toch tekort.

De meest soulvolle discoformatie begon begin jaren zestig onder de naam The Volcanos en trad ook op als The Moods. Gene Faith was de eerste leadzanger en hij werd bijgestaan door alt Earl Young, tenor Jimmy Ellis, gitarist Dennis Harris, toetsenist Ron Kersey, organist John Hart, bassist Stanley Wade en drummer Michael Thomas. “Storm Warning” was hun enige Amerikaanse R&B-hit in 1965. Op de volgende moesten ze zeven jaar wachten en in die tijd wisselde de samenstelling van de band. Als The Trammps traden ze begin jaren zeventig aan in de volgende opstelling: Jimmy Ellis, Harold Doc Wade, Stanley Wade, Robert Upchurch en Earl Young, die zich inmiddels ook van de drums bediende. Ze traden op als een elftal, aangevuld met de beste en meestgevraagde muzikanten van toen. Die speelden ook regelmatig op platen van het steeds populairder wordende Philadelphia International Records-label, waar Kenneth Gamble en Leon Huff de scepter zwaaiden, en later ook nog bij Vince Montana's Salsoul Orchestra. Ron "Have Mercy" Kersey ging zich met succes op het produceren toeleggen.

Omdat de volgorde van hun hits in ons land niet parallel loopt met die in Amerika, komt het mogelijk wat vreemd over dat ze hun eerste hit al in 1972 te pakken hadden met de disco-remake van Judy Garlands "Zing Went the Strings of My Heart" uit 1943. Op die plaat, opgenomen in de legendarische Sigma Sound Studio’s, waren direct al de mooie harmoniezang van de jongens plus de zo kenmerkende stem van Ellis te horen. Je komt het nummer tegen op het later uitgebrachte ‘Legendary Zing Album’, met daarop o.a. ook "Hold Back the Night", het nummer met dat heeeele lange intro. Via licenties van hun platenlabel Buddah Records en Golden Fleece verschenen de platen van The Trammps vanaf toen onder de beroemde Philly-vlag: “Love Epidemic”, “Where Do We Go From Here” en vooral de oude Isley Brothers-klassieker “Shout” waren ook bij ons grote (dansvloer)hits.

De sound was typisch Philly: componisten/producers Baker, Harris en groepslid Young namen voor hun disco-georienteerde albums hun toevlucht tot een zwaar gearrangeerd en uiterst ritmisch geluid, dat tegenwoordig misschien wat gedateerd aandoet. Maar in die tijd speelden de jongens ermee in de voorhoede van de dansmuziek. De sound van Gamble/Huff en hun maatje Thom Bell werd versmolten tot nog dansbaarder grooves, die de aandacht trokken van Atlantic Records, dat de boys vervolgens strikte voor een aantal albums. En met succes: “Where The Happy People Go” en “Disco Inferno” uit resp. 1976 en 1977 worden nog altijd beschouwd als de (commerciële) hoogtepunten uit het repertoire van The Trammps.

Van de teksten moesten ze het niet hebben; die waren van een bijzonder laag soortelijk gewicht. De beats daarentegen bleken onweerstaanbaar: beide titeltracks werden klassiekers, net als albumtracks "(I Feel Like I've Been Living On) The Dark Side of the Moon," en "Soul Searchin' Time". Andere hits: “Hooked For Life”, “The Night The Lights Went Out” (over de nacht van de stroomstoring in New York) en “Soul Bones” met een fijne harmonicasolo door Stevie Wonder.

Maar het hoogtepunt in die tijd was toch wel het nummer “Disco Inferno” zelf. De ruim tien minuten durende afsluiter van de best verkochte soundtrack ooit, 'Saturday Night Fever', is geïnspireerd op de film 'The Towering Inferno' waarin een discotheek bovenin een gebouw uitbrandt. Vandaar ook de kreet Burn Baby Burn! De band kreeg er een Grammy voor en werd in die dagen gekozen tot ‘best perfoming act’ in de toonaangevende discotheek ‘2001 Space Oddesey’. Inderdaad, de locatie waar ‘Saturday Night Fever’ is opgenomen.
Helaas hebben ook succesformules niet het eeuwige leven. Het uit 1978 stammende “Trammps III” vertoonde al slijtagesporen en een poging om met meer ballads wat publiek terug te winnen, was niet bepaald een meesterzet. Ook hun vervolgalbums “The Whole World’s Dancing” en “Mixin' It Up” konden niet meer tippen aan eerdere releases.
Halverwege de jaren tachtig ging de band dan ook uit elkaar om in het volgende decennium op verzoek van organisatoren van nostalgisch getinte party’s weer bij elkaar te komen. Om de reïncarnatie compleet te maken, doken de mannen in 1997 de studio in om samen met voormalig discoqueen Gloria Gaynor een niet onaardige versie op te nemen van “Mighty High”, het oude disco/gospelnummer van The Mighty Clouds Of Joy uit 1975.

Helaas was de eigenlijk onmisbare Ellis niet van de partij. Zijn plek werd ingenomen door Jimmy Williams van Double Exposure. Wades, Wades en Upchurch vergezelden hem. Gelukkig voegde Ellis zich weer bij de groep in 2003, die met de Wades en hun nieuwe zanger David Dixon nog altijd optreden, begeleid door een aantal van de vroegere muzikanten. Daarnaast is er nog een andere Trammps-bezetting op pad, onder leiding van mede-oprichter Earl Young, vanwege een niet-opgelost meningsverschil.
De Ellis/Wade-versie van de groep heeft overigens de afgelopen jaren nog wel eens wat opgenomen in de studio, waaronder een album met R&B-covers en in 2006 zelfs een heus kerstalbum!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten